
Inge is palliatief doula: “Vanaf het moment dat je weet dat je sterft, gaat het nog meer over het leven”
Haar eigen gezondheid dwong Inge Vervoorn in 2019 tot een lastige keuze: ze moest haar goedlopende huisartsenpraktijk loslaten en overdragen. Naast pijn en verdriet bracht deze periode haar ook iets moois: ze vond haar roeping als palliatief doula en ondersteunt jonge vrouwen in hun laatste levensfase. “Waar ze het meest mee worstelen? De eenzaamheid en het verdriet van de mensen om hen heen.”
In haar werk als huisarts had ze er regelmatig mee te maken: palliatieve zorg. Dat is de zorg die je krijgt als je niet meer kunt genezen. “Als buitenstaander besef je dat misschien niet zo, maar palliatieve zorg is een belangrijke taak van huisartsen. Belangrijk aan palliatieve zorg is kwaliteit toevoegen aan de dagen en niet enkel dagen toevoegen aan het leven”, legt ze uit. “In die laatste fase kom je soms wel drie keer per dag bij iemand thuis”, vervolgt ze. “Om te bespreken wat hij of zij op dat moment nodig heeft, of waar diegene bang voor is. Je bent dus heel dichtbij. Dat vond ik destijds al heel waardevol.”
Geroepen
Als Inge zich in 2022 wat beter voelt, beseft ze: ik wil iets met palliatieve zorg doen. “Toen ik weer opkrabbelde, ben ik eerst als vrijwillige thuisondersteuner van het hospice in Drachten aan de slag gegaan”, zegt ze. Langzamerhand ontstond het idee om als palliatief doula te gaan werken. “Ik wilde weer iets voor mensen betekenen. Ik voel dat ik hierin iets te doen heb, zeker met mijn achtergrond als huisarts.”
En dus ondersteunt ze nu jonge vrouwen die weten dat hun einde nadert. “Vrouwen die midden in het leven staan, hun carrière uitbouwen, wellicht bezig met een gezin… Vrouwen die door een onvoorstelbaar moeilijk proces gaan en vaak twee generaties – ouders én kinderen – achterlaten.
Eenzaamheid
“Al heb je een hele liefdevolle kring mensen om je heen: uiteindelijk doorloop je het proces alleen”, vertelt Inge. “Die eenzaamheid is iets waar veel vrouwen mee worstelen. De moeilijke gesprekken, bijvoorbeeld over hoe eenzaam je je voelt en hoe bang je bent voor de dood, voer je meestal niet met de mensen die dicht bij je staan: die neem je in bescherming. Daarnaast, doordat je ziet dat zij verdrietig zijn- en jij ze dat verdriet ‘aandoet’ – hou je je eigen verdriet sneller voor jezelf. Je bent vooral bezig met vragen als: hoe moeten mijn partner en kinderen straks verder? Het verdriet om het verlies van je eigen leven zit daar dwars doorheen.”
Overigens is het volgens Inge belangrijk om zo eerlijk mogelijk naar je kinderen te zijn. “Kinderen voelen dingen feilloos aan. Als je doet alsof er niks aan de hand is, raakt je kind in de war. De signalen die je geeft, kloppen dan niet met wat zij voelen. Hoe moeilijk het ook is: je kunt een kind goed uitleggen dat je verdrietig bent omdat je ziek bent en niet meer beter wordt.”
“Je moet een stukje leven gaan ontdekken dat je niet wilt ontdekken”
Naast eenzaamheid merkt Inge dat angst vaak een grote rol speelt bij deze vrouwen. “Angst voor pijn en lijden bijvoorbeeld. Je moet een stukje leven gaan ontdekken dat je niet wilt ontdekken. En je hebt geen voorbeeld. Terwijl de vrouwen die ik begeleid, over het algemeen gewend zijn om altijd alles zelf te regelen. Die grip zijn ze nu kwijt.”
Luisteren
“Hoe mijn hulp eruit ziet, hangt af van de behoefte”, legt Inge uit. “Als een vrouw kortgeleden heeft gehoord dat ze nog maar weinig tijd heeft en nog van alles moet regelen, kan het fijn zijn om eerst een prioriteitengesprek te voeren. Wat is ervoor nodig om te zorgen dat ze, als het moment daar is, haar partner en kind(eren) goed achterlaat?
Wanneer een jonge vrouw bang is voor het stervensproces, bijvoorbeeld om benauwd te worden, geeft het rust en duidelijkheid daar samen bij stil te staan. Het is een natuurlijke reflex om weg te willen bij narigheid en afleiding te zoeken, maar het bespreekbaar maken kan juist een stukje angst weghalen. Wat zie je voor je als je denkt aan het sterven? En wat gebeurt er in je lijf als je daaraan denkt? Waar voel je dat?
Wat fijn is”, gaat Inge verder, “is dat ik vanuit mijn expertise als huisarts kan vertellen wat er in die laatste dagen, uren of minuten in je lichaam gebeurt. Als een gezin dat wil, kan ik zelfs bij de palliatieve sedatie of euthanasie aanwezig zijn. Uit ervaring weet ik dat dat dat niet alleen voor haar, maar ook voor de naaste familie heel welkom kan zijn.”
“Wat vind je het allerbelangrijkste in je leven?”
Vandaag
Afscheid nemen, nadenken over je dood: ga er maar aanstaan als je nog midden in het leven staat. “Eigenlijk ben je op zo’n jonge leeftijd – ik begeleid vrouwen tot een jaar of 55 – nooit klaar om afscheid te nemen”, zegt Inge. “Maar het kan je wel rust geven om te weten dat alles wat je kon voorbereiden, hebt voorbereid. Dat je financiën goed geregeld zijn, de briefjes voor je dierbaren geschreven, er beelden zijn voor later. Zeker voor een gezin met kinderen zijn beeld- en stemmateriaal en briefjes van onschatbare waarde.”
“Daarnaast is het goed om stil te staan bij wat je op dit moment nog uit het leven kunt halen. De gesprekken die ik met mijn cliënten voer, gaan echt niet alleen maar over de dood. Ze gaan juíst over het leven. Wat vind je het allerbelangrijkste? En hoe kun je dat vandaag, met de weinig energie die je nog hebt, in je dag terug laten komen? Stel dat je enorm geniet van de natuur, maar zelf niet meer kunt wandelen. Dan kijken we samen: kan er misschien een hoog-laagbed met uitzicht op de tuin in de woonkamer komen, zodat je de vogeltjes af en aan ziet vliegen?”
Het raakt Inge, om in die laatste fase zo dicht bij iemand te mogen staan. “Je maakt op zo’n diepe, ware laag contact met elkaar. De levenslust en kracht van de vrouwen die ik begeleid, maakt veel indruk op me. Hoe ze intens genieten van de kleine dingen, zoals de zonsondergang of iets proeven dat ze heel lekker vinden. Het gaat over wat er echt toe doet in het leven. Dat ik daarin een stukje mee mag lopen, vind ik heel bijzonder.”
Beeld: Stijn Kuiper