Sandra’s zoon Juste is een groot karttalent: “Ik denk dat ik later mijn sleutels moet verstoppen”
Twaalf jaar is hij, de Apeldoornse Juste Mulder. En hij zou zomaar eens de ‘next Max Verstappen’ kunnen zijn. Zijn moeder Sandra Evers is er maar wat trots op. Tegelijkertijd weet ze dat de sport niet zonder gevaar is: “Ik ben altijd blij als hij de eerste ronde zonder kleerscheuren doorkomt.”
Juste heeft het niet van een vreemde, zijn voorliefde voor karten. Zowel vader Gerard als grote zus Kriste versleten het nodige rubber op de kartbaan. “Als klein jochie ging Juste altijd mee naar de lessen van zijn zus”, vertelt Sandra.
Touw
Maar waar zus Kriste er na een paar jaar voor kiest om te stoppen, is bij Juste het vuurtje volop aangewakkerd. “Voor zijn verjaardag kreeg hij een keer zo’n grote kinderauto, waarbij hij zelf gas kon geven en kon remmen. Dat vond hij helemaal leuk. Op zijn derde zat hij voor het eerst in een kart, op de baan in Eefde. Gerard liep met een touw aan de kart achter hem aan, om hem af te remmen.”
Geen voetbal
Vanaf dat moment gaan ze regelmatig naar Strijen, waar Juste cursussen volgt en zijn racelicentie behaalt. “We hebben weleens gevraagd: Juste, wil je niet op voetbal? Of iets anders, naast het karten? Maar dat wil hij niet. Racen was – en is – het helemaal.”
“Hij heeft zijn eerste autorijles al gehad”
Inmiddels heeft Juste menig Nederlands kampioenschap gewonnen en vanuit de Knac Nationale Autosport Federatie (KNAF) de sportstatus gekregen. Op die manier kan hij onder schooltijd trainen, mocht dat nodig zijn. “Dat gebeurde af en toe op de basisschool, als hij moest racen voor het Nederlands Kampioenschap. Met de keuze voor een middelbare school hebben we ook gekeken of het goed te combineren is met het karten. Daarom hebben we gekozen voor een kleine school met kleine klassen. Hier houden ze rekening met zijn planning.”
Dromen van de Formule 1
Want die plannen, die zijn er: “Juste wil heel graag naar de Formule 1”, zegt Sandra. “Alles staat nu in het teken om dat te bereiken. Daarvoor moet je wel een bepaalde route afleggen. Je kunt niet blijven karten: op een gegeven moment moet je overstappen naar de autosport. Hij heeft inmiddels zijn eerste rijles al gehad. Ik denk dat ik mijn autosleutels later moet verstoppen”, grinnikt ze.
Waar Juste eerder vooral in Nederland racete, meet hij zich nu steeds vaker met leeftijdsgenootjes uit Europa. “Dit jaar doet hij mee aan IAME Benelux en IAME Euroseries “, vertelt ze trots.
Bij die wedstrijden in het buitenland is Sandra vaak niet van de partij. “In Nederland wel. Maar Gerard gaat altijd mee: ze doen het echt samen. Ik help met de boel inpakken en doe de boodschappen. Als ze bijvoorbeeld een weekend weggaan, maak ik een koelbox klaar met allemaal broodjes, melk en bananen. Juste is niet zo’n goede eter, maar heeft tijdens wedstrijden natuurlijk wel zijn koolhydraten nodig.”
“Mijn hart zit in mijn keel als ze met z’n twintigen op die bocht afvliegen”
Gevaar
Op afstand zijn terwijl je kind een niet geheel risicoloze sport beoefent, is niet altijd makkelijk, beaamt Sandra. “Tijdens een wedstrijd in Spanje keek ik live mee. Zag ik Juste opeens langs de kant staan. Hij was in de banden terecht gekomen nadat iemand hem had aangetikt. Zijn kart was helemaal kapot”, verzucht ze. “Sowieso vind ik die eerste bocht na de start altijd doodeng. Ik heb mijn hart in mijn keel zitten als ze met z’n twintigen op die eerste bocht afvliegen.”
“Tijdens het racen draagt Juste altijd bescherming, zoals een nekband, ribprotector en vuurbestendig pak”, vertelt ze. “Ze gaan zo’n 90 kilometer per uur. Als ik op de snelweg rijd, denk ik: zo hard gaat mijn kind dus ook.”
Dat zijn moeder af en toe niet durft te kijken tijdens zijn races, weet Juste. “Maak je niet druk”, zegt hij dan. “Ik weet wat ik moet doen. En dat is ook zo: door alle cursussen die hij heeft gevolgd, heeft hij de kart goed onder controle.”
Kippenvel
Een veelbelovend talent in huis, dat het wellicht ver gaat schoppen. Hoe ga je daar als moeder mee om? “Je hoort vaak genoeg dat kinderen gepusht worden. Natuurlijk zou het geweldig zijn, net als Jos en Max. Dat is echt een jongensdroom van Juste én zijn vader.
“Dan voel ik me zó trots: dat is mijn kind!” Maar ik wil vooral dat Juste het leuk blijft vinden. Ik zeg weleens tegen hem: als je het niet meer leuk vindt, of er is iets, dan zeg je het hè? Soms voelt hij wel de druk om te presteren, denk ik. Er gaat ook veel geld om dit wereldje: benzine, overnachtingen, vliegtickets, banden. Tegelijkertijd zie ik dat hij vooral geniet: dit is wat hij graag wil en echt heel leuk vind.”
Behalve dan de verplichte huldigingen, lacht ze. “Juste is een bescheiden, rustig jochie. Al die aandacht op het podium vindt hij maar niks. Dat zijn voor mij juist kippenvelmomenten. Weet je wat ook bijzonder is? Als ik online meekijk met een race en dan in het Frans ‘Juste Mulder’ hoor zeggen. Dan voel ik me zó trots: dat is mijn kind!”
Wij zijn als opa en oma van Juste bij zonder trots op onze kleinzoon dat hij zo goed kan karten maar wij vinden het ook meestal wel doodeng als hij zo gard gaat…
Oh, dat snap ik heel goed, die trots! En die angst ook.. Gelukkig weet hij wat hij doet en zijn er goede voorzorgsmaatregelen.
Ja hij weet zeker wat hij moet doen en zo goed beschermd met zijn pak.. ..en helm ..maar het gaat toch ook wel eens mis ..
Wist je dat ik de beste vriend van juste ben we zaten samen op de basisschool de diamant het kristal
Ha Teije,
Ik wist dat jullie vrienden zijn, maar niet dat jullie beste vrienden zijn. Wat leuk!
Groetjes,
Janet (moeder van Jesse & Joël)