Sisterz-blogger Emma: “Hij vroeg: waarom heb je niets gezegd?”


“Je kunt geen gas blijven geven wanneer de benzine eigenlijk op is”, zei de kraamhulp. En ze had gelijk.” Met die woorden eindigde de laatste blog van Emma. Benieuwd hoe het verderging? Je leest het hieronder. 

De tijd tikte verder en het einde van mijn verlof kwam steeds dichterbij. 
Het herstel van mijn lijf ging niet zoals gehoopt. De pijn in mijn onderrug en bekken werd alleen maar erger. Ik vermeed steeds meer situaties en zag het somber in. De druk die ik voelde om weer aan het werk te gaan, was enorm. Het hing als een donderwolk boven mijn hoofd. Aan de buitenwereld vertelde ik een compleet ander verhaal. Ik zei dat ik wel weer toe was aan werken en dat thuiszitten niets voor mij is. Niet onwaar, wel onhaalbaar.



Foute boel

Ondanks de pijn, probeerde ik thuis zoveel mogelijk alles door te laten draaien. Net zoals die ene donderdagavond. Mijn man heeft dan altijd voetbaltraining. Ik had een slechte dag, maar dat zei ik niet hardop. Ik hoopte dat onze kinderen lekker zouden gaan slapen en dat ik op de bank kon ploffen. Helaas had onze dochter andere plannen.

“Omhoog komen lukte niet meer”

De uitputtingsslag van die dag had z’n tol geëist. Op wilskracht strompelde ik naar boven. Ook in mijn rechterbeen had ik ondertussen last van uitvalsverschijnselen en pijnscheuten. In het donker tuurde ik naar het ledikant waar een ontevreden baby’tje in lag te wiebelen. Dat kleine meisje, dat mij zo hard nodig heeft. En mijn lijf, dat niet meer functioneerde zoals ik wilde. Ik strekte mijn armen om haar op te tillen. Op dat moment voelde ik het meteen: foute boel. Ik tilde haar op, maakte een draai en liet me op de stoel vallen. Daar zat ik, met mijn dochter. Omhoog komen lukte me niet meer.

Broodnodige rust

Mijn wekelijkse bezoek aan de fysio leverde ook steeds minder op. Streng sprak ze me toe: ‘Je hele zenuwstelsel is overprikkeld’. Wederom kreeg ik het advies om mijn lijf veel meer rust te geven. Opnieuw sloeg ik dat advies in de wind. Niet bewust trouwens. Ik wist simpelweg niet hoe het moest: voor jezelf zorgen, rust houden, grenzen aangeven. De gebroken nachten hielpen daar niet bij. Mijn lijf had dan wel herstel én slaaprust nodig, mijn dochter had voeding en geborgenheid nodig. Alweer stond ik voor een hartverscheurend dilemma: kies ik voor mijzelf of voor het zorgen? Op dat moment besefte ik nog niet dat voor mezelf zorgen uiteindelijk het enige was wat ik mijn kinderen écht kon geven.

Back to work

Hoewel mijn onderbuikgevoel niet langer aan het zeuren, maar aan het schreeuwen was, ging ik na mijn verlof aan het werk. Zo goed- en kwaadschiks als het ging.

De nachten waren het allerergst. De combinatie van de stilte, de pijn en de onderbroken slaap zorgde ervoor dat ik mentaal achteruit ging. Wanneer de ochtend aanbrak, deed ik wat ik moest doen. De kinderen aankleden, eten geven, wegbrengen en aan het werk. Zo ging mijn dag voorbij op de automatische piloot. Werd de pijn te erg? Dan gooide ik er nog een pijnstiller in. En nog één, als dat nodig was.

“Met tranen in mijn ogen belde ik mijn werkgever”

Niks gezegd

Ik negeerde elk signaal, omdat ik niet de ruimte voelde om ‘om te vallen’. Ik wilde het niet, ik zag het niet en ik kon het niet. Totdat mijn fysio vertelde dat de uitval in mijn been voortkwam uit een hernia. En dat ik mezelf aan het verwaarlozen was. Zij gaf een dwingend advies om per direct alles uit mijn handen te laten vallen en hulp te zoeken. Met tranen in mijn ogen belde ik mijn werkgever. Met een trillende stem vertelde ik hoe het met mij ging en dat ik niet langer kon komen werken. “Waarom heb je niets gezegd?”, vroeg hij. Tsja…dat is een hele goede vraag.

Beeld: Tamara Tersteeg

Laat een reactie achter